Ik las dat het Kerkraads dialect deel uitmaakt van het zogenaamde ‘Rijnfrankisch’ dialectgebied, met de mooie naam: ‘Ripuarisch’ dialect. In Nederland wordt dit dialect uitsluitend gesproken in Kerkrade, Simpelveld, Bocholtz en Vaals. In Duitsland toont het dialect van Aken de grootste overeenkomsten.
Aan de schrijfwijze van het Kerkraads is meteen een probleem van het dialect te herkennen: het is een gesproken dialect. De afgelopen decennia heeft de Kerkraadse dialectvereniging een belangrijke bijdrage geleverd aan het tot stand komen van een uniforme schrijfwijze. Dat neemt niet weg dat voor niet-Kerkradenaren en zeker voor niet-Limburgers ook een uniform genoteerde Kerkraadse tekst moeilijk, of niet te lezen is.
Een ander en veel groter probleem, is dat het Kerkraads dialect eigenlijk alleen correct gelezen en voorgelezen kan worden door mensen die met het dialect zijn opgevoed. Het verschilt zó sterk van andere dialecten (ook andere Limburgse dialecten!) dat een correcte weergave ervan niet mogelijk is door iemand die het dialect niet kent. Het laatste en tevens meest ingrijpende probleem, is het feit dat het Kerkraads dialect door zijn gesproken oorsprong en afwijkende karakter, gedoemd is uit te sterven. Volgens bronnen zijn er op dit moment (2024) nog ongeveer 20.000 mensen die het dialect beheersen en actief hanteren. Gelukkig was de afgelopen decennia een trend merkbaar waarbij meer wordt geschreven in het Kerkraads (proza, poëzie, liedteksten) en evenementen worden georganiseerd waarbij het Kerkraads dialect centraal staat. Dit alles voorkomt echter – helaas – niet de realiteit van het langzaam verdwijnen van het dialect. Dit is bijvoorbeeld merkbaar doordat steeds meer niet-Kerkradenaren in Kerkrade wonen en daardoor het Kirchröadsj plat langzaam maar zeker wordt vermengd met de uitspraak en het woordgebruik van andere Limburgse dialecten.
Werd je ‘vroeger’ (ca.50 jaar geleden) nog in elke winkel en aan elke balie te woord gestaan in het Kerkraads, tegenwoordig is dat nog maar op weinig plaatsen het geval. Eén van de oorzaken hiervan constateerde ik al in mijn jeugd (60er en 70er jaren): een groeiend aantal Kerkradenaren schaamde zich voor zijn eigen dialect – dat werd geassocieerd met met arbeiders, armoede en een lage sociale status – en ging Nederlands met zijn kinderen praten. Tegenwoordig weten we dat een opvoeding in de moedertaal de ontwikkeling van het kind alleen maar ten goede komt, maar dat was toen anders. Daar kwam nog bij dat de kwaliteit van dat Nederlands vaak zo beroerd was, dat de bewuste kinderen geen fatsoenlijk Kerkraads dialect én geen fatsoenlijk Nederlands leerden. Een andere oorzaak van het uitsterven van het Kerkraads dialect ligt volgens mij verborgen in het karakter van veel Kerkradenaren: het is van oudsher een lijdzaam volk dat niet gauw op de bres springt om iets te bewerkstelligen. Wellicht veroorzaakt door de grote invloed van de mijnen en de kerk, die in de kleinste haarvaten van de maatschappij hun invloed uitoefenden. Het stereotype antwoord op de vraag ‘Hoe gaat het?” was dan ook vaak: ‘Mot mer‘ (het moet maar), hetgeen een indicatie geeft van die lijdzaamheid.
Ik heb getracht zelf een klein steentje bij te dragen aan het overbrengen van dit stukje cultuurgoed door vanaf de geboorte van mijn oudste zoon een aantal jaren mijn dialect te spreken tegen (helaas niet mét; mijn vrouw is niet-Limburgse) mijn twee zoons. Tot een twee-richting spraakverkeer is het dus nooit gekomen en het leek na een aantal jaren dan ook vrij zinloos en onhandig (en soms onvriendelijk) om midden in de Randstad (ik woon inmiddels zo’n 40 jaar in het westen van Nederland) Kerkraads te blijven spreken ’tegen’ mijn zoons. Ze verstaan het gelukkig nog steeds, maar meer dan een kleurrijke herinnering is het niet geworden.
Op de ‘gedichten’-pagina staan enkele gedichten die mijn vader een paar jaar voor zijn plotselinge dood heeft geschreven in – ook zijn – eigen dialect. Aan de gedichten is een geluidsfragment met gesproken Kerkraads dialect toegevoegd. Ik hoop dat hierdoor ook niet-Kerkradenaren een levende indruk krijgen van een bijzonder dialect.
Voor degenen die in het Kerkraads willen schrijven heb ik een woordenlijst toegevoegd die in de spellingscontrole van een tekstverwerker kan worden geladen en ook op deze pagina van de website van Kerkrade terug te vinden is.